Il Lessico pratico di italiano giuridico per stranieri al Parlamento europeo

Lessico_ParlamentoEuropeo
L’italiano lingua di lavoro in un’ottica europea – Parlamento europeo, Bruxelles

Bruxelles, 13 novembre 2018. Quando, nella primavera del 2002, varcai per la prima volta la soglia del Parlamento europeo a Bruxelles (conoscevo già da tempo  le sedi di Strasburgo e di Lussemburgo), non avrei certo immaginato che – sedici anni dopo – un mio lavoro avrebbe trovato una tanto prestigiosa collocazione  nell’alta Assemblea dell’Unione.

Il «Lessico pratico di italiano giuridico per stranieri» – edito da Istituto Armando Curcio University Press, Collana Didattica e Ricerca, diretta dalla dottoressa Sabrina Aulitto – verrà  infatti presentato il prossimo martedì 20 novembre, nell’ambito dell’evento dal titolo «L’italiano lingua di lavoro in un’ottica europea», alle ore 18.00, nella (bella) sala P1C047 del Parlamento.

L’incontro è ospitato dall’eurodeputata Isabella De Monte e organizzato in collaborazione con l’associazione degli alumni dell’Università «La Sapienza» di Roma, NoiSapienza Bruxelles – presieduta dall’avvocato Flavia Silvestroni – di cui faccio fieramente parte.

E non è un caso che il libro sia dedicato al professor Angelo Raffaele Latagliata, nel 1987 ordinario della cattedra di Diritto penale alla facoltà di Giurisprudenza dello storico Ateneo (e membro della Commissione ministeriale Pagliaro per un progetto di riforma del Codice penale nel 1988), che avrebbe dovuto essere relatore della mia tesi di laurea se non fosse prematuramente scomparso nel 1990. Il Prof più sorridente della Sapienza.

Tenendo, nel 2007, il mio primo corso di italiano giuridico all’Istituto Italiano di Cultura di Bruxelles, l’esigenza che emerse nell’immediato tra i partecipanti – stranieri di sei diverse nazionalità – fu quella di un testo di riferimento, dove poter approfondire o ritrovare i termini, i concetti e gli istituti analizzati in aula.

Pensai di sopperire all’inizio con schede esplicative, che accompagnavano il materiale autentico su cui baso puntualmente ogni mio corso. Per poi giungere, alla fine di ogni anno accademico, a creare vere e proprie dispense che assemblavano organicamente i documenti sui soggetti trattati e servivano da «libri di testo» per gli anni successivi. Non so se si può immaginare la soddisfazione provata, un giorno, quando Lucia Ventura, un’interprete di conferenza  italiana assidua frequentatrice dei miei seminari, mi disse: «Lo sai che vado in cabina con le tue dispense?».

Dall’altro lato, la sempre maggiore richiesta – nel contesto dell’Unione europea – dell’insegnamento dell’italiano specialistico e settoriale, da utilizzare anche come lingua di lavoro. La costante testimonianza di colleghi che, nei livelli più avanzati, soprattutto con i professionisti, si trovavano in difficoltà – e non c’è da meravigliarsi – con una terminologia che presuppone una formazione prettamente giuridica e non dà nulla per scontato. E l’auspicio, a più voci, di pubblicazione delle dispense, mi ha motivato maggiormente ad affrontare questo non semplice lavoro.

Il principale scoglio da superare è stato deciderne la struttura: corredare ogni argomento con gli articoli di stampa – anche specialistica – sottoposti agli allievi, sarebbe stato bello. Ma poco pratico da realizzare per diversi motivi. E poi, pensando a Lucia che si portava in cabina le scomode dispense formato A4, mi sono detta che avrei dovuto realizzare un testo maneggevole e di facile consultazione, sia per i partecipanti ai corsi e seminari che per un professionista al lavoro o per un collega in aula.

Ed ecco il «Lessico pratico di italiano giuridico per stranieri», di cui dialogheremo con l’onorevole Isabella De Monte, con la dottoressa Rita Giannini Watson, funzionaria di UK Law Societies, e con l’avvocato Francesco Maria Salerno, direttore della sede di Bruxelles dello Studio Gianni-Origoni-Grippo-Cappelli & Partners, che ha egregiamente curato la Prefazione del volume.

E con tutti gli studenti stranieri, i funzionari e gli eurodeputati che avranno il piacere di unirsi a noi.

Un Lessico pratico perché vuole essere uno strumento di lavoro utile nel concreto. In cabina, in aula o in studio, è strutturato in ordine alfabetico per favorire una facile consultazione,  ed è arricchito dalla comparazione per guidare la comprensione anche di chi – italiano o straniero – giurista non è.

Ma, soprattutto, europeo, nell’ottica di una auspicata futura collocazione dell’italiano – a pieno titolo – tra le lingue di lavoro dell’UE.

Tajani aan de studenten van het Europacollege: “Vind de sterkte in jullie hart!”

TajaniCollège1
Il presidente Tajani apre la Promotion Marin

Geschreven door Maria Cristina Coccoluto

Vertaald door Christophe VAN HEMELRYCK

Brugge, 22 oktober 2018, ik ben trots Italiaans te zijn want Italianen zijn Europeanen”. Dit is de boodschap waarmee de Voorzitter van het Europees Parlement, Antonio Tajani, zijn speech opende tijdens de inauguratie van het academisch jaar aan het Europacollege van Brugge. Het was Angela O’Neil, de verantwoordelijke van de lingüistische dienst, die de cerenomie opende. Ze begon met een warm welkom voor de voorzitter van de administratieve raad van het College, Íñigo Mendez de Vigo, en president Jorg Monar, die de beschermheer van de Promotie 2018-2019 voorstelde, de Spanjaard Manuel Marín.

In het College zullen jullie leren hoe de mechanismen van de Instituties werken. Deze Instituties vertegenwoordigen 500 miljoen burgers. Jullie zullen leren hoe het mogelijk was de machtsigste eengemaakte markt ter wereld te creëeren; hoe de euro het falen van de Zorgstaat heeft kunnen verhinderen; hoe we een eerste wereldwijd akkoord hebben kunnen sluiten over het klimaat. Jullie zullen voornamelijk leren hoe de Unie een project is voor de toekomst en een project is dat een strategische agenda nodig heeft.” De Voorzitter richtte zich aanvankelijk in het Frans tot de studenten, waarna hij overschakelde naar het Engels en het Spaans, waarna hij uiteindelijk in zijn moedertaal sprak. Maar ook de studenten van de basiscursus Italiaans konden hem volgen zonder de vertalingen van de tolk: zijn toon is vast, zijn taal is duidelijk en lineair. “Maar vergeet het belangrijkste niet: wanneer jullie Europese functionarissen worden, zullen jullie in dienst staan van de burgers.”

De komende jaren staat de Unie voor vele uitdagingen:

Het project resistenter maken tegen zaken die een bedreiging vormen voor de democratie;

veiligheid en welvaart veiligstellen, wat heel duidelijk inhoudt dat we onze cultuur en het systeem van waarden dat we delen, moeten verdedigen,

een moderne eenheidsmarkt, die voordeel kan halen uit de technologische, energiegerelateerde en digitale revoluties en die de planeet vandaag aan het veranderen zijn;

een Europese begroting, die de uitdagingen aankan en die over zijn eigen inkomsten beschikt;

een meer transparante economische governance, die gebaseerd is op productie-investeringen, die gebaseerd is op de strijd tegen werkloosheid en die de sociale en economische convergentie van de armste en meest achtergestelde regio’s aanmoedigt;

de bedreiging van het terrorisme, waardoor het nodig wordt om de veiligheidsdiensten en de werking van de inlichtingendiensten beter te coördineren;

de verantwoordelijkheid op het wereldtoneel

Tajani twijfelt niet: “De eerste hervorming die moet doorgevoerd worden, moet de terugkeer naar een politiek zijn, die de moed had te beslissen en keuzes te maken. Het ongenoegen in Europa groeit omdat de Unie de burgers niet de antwoorden gegeven heeft die het verwachtte. We moeten veranderen en terugkeren naar een Europea van de politiek, waarin de burocratie zijn natuurlijke rol heeft van een administratieve machine die de aanwijzigen volgt van zij die het volk verkozen heeft.”

Daar stopt hij niet: het Europees parlement moet wettelijk initiatiefrecht hebben: “Het is niet mogelijk dat de enige vertegenwoordigers die door de burgers verkozen zijn geen wetsvoorstel mogen doen. Dit versterkt de indruk, hoewel dat een verkeerde indruk is, dat in Europa een handvol mensen zonder democratische legitimiteit, voor iedereen beslissen”.

De Europese verkiezingen van mei bieden een unieke gelegenheid om een nieuwe weg aan te wijzen. Laten we deze inslaan!”, vraagt de Voorzitter. En aan de 468 studenten van de Marin Promotie, die hem meerdere keren met applaus onderbreken, geeft hij de raad, “komend van een vader van jonge mensen van jullie leeftijd”:

 “Wees moedig!”.

Moed komt niet alleen uit het hoofd, uit kennis, maar voornamelijk vanuit het hart. Als iedereen onder ons gelooft in de Europese waarden en principes, kunnen we de hindernissen overwinnen, die onmogelijk te overwinnen lijken. Niemand, als jullie aan de kant van het recht staan, kan u terugdringen”.

“De leidraad van ons Europa, is de vrijheid waarvoor grote mannen en vrouwen hun leven gegeven hebben. Vandaag, gelukkig, worden jullie niet opgeroepen om haar te verdedigen. Het blijft evenweel een waarde om te verdedigen met inzet en overgave. Als iedereen onder ons overtuigd gelooft in de waarden die aan de basis van Europa liggen, zal dat ons, en zij die ons omringen, toestaan vrij te zijn”.

 “Durf’’.

 “Omarm de veranderingen!”.

 “Zoek de kracht in jullie harten!”.